Aan het einde van de vijfde maand is je kindje eigenlijk zo goed als ‘klaar’. Wat er in de tweeëntwintigste zwangerschapsweek nog ontbreekt, waarom je misschien vaker last hebt van kramp in je kuiten en wat je het beste kunt doen tegen vochtophopingen in je benen tijdens de zwangerschap, lees je hier!
Hoe ziet het eruit in de buik in de tweeëntwintigste week van de zwangerschap?
De foetus is ongeveer zevenentwintig centimeter groot (top tot teen) en weegt tussen de driehonderdvijftig en vierhonderd gram.
Je baby’tje moet nu eigenlijk alleen nog maar groter worden, een dikkere vetlaag opbouwen en op sommige plekken wat kleur krijgen. Verder is alles klaar! De irissen van de ogen, de wimpers en ook het haar zijn nog kleurloos. Daarnaast is de huid een beetje doorschijnend. Voor de rest lijkt het al aardig!
Je baby is nu ongeveer zo groot als een kokosnoot.
Zonder baarmoeder is een foetus echter nog niet levensvatbaar tijdens de tweeëntwintigste zwangerschapsweek. Zo ontbreekt er in de longen nog een belangrijk stofje voor de ademhaling en moeten de zintuigen en de hersenen nog verder ontwikkeld worden. Vanaf de vierentwintigste zwangerschapsweek hebben vroeggeboren kindjes al wel een goede overlevingskans, dankzij medische hulpmiddelen.
Wat gebeurt er met je tijdens de tweeëntwintigste zwangerschapsweek?
Je kunt nu meer last krijgen van vochtophopingen. Dat merk je bijvoorbeeld doordat je ringen of schoenen niet meer passen of dat je sokken krap zitten. Vochtophopingen (ook wel ‘oedemen’) komen vrij vaak voor bij zwangerschappen. Hoe groter de babybuik, hoe omvangrijker vaak ook het oedeem.
Dit komt door de grotere hoeveelheid bloed, maar ook door het extra lichaamsvocht. De bloedvaten worden poreuzer, waardoor het vocht gemakkelijker tot het weefsel kan reiken. Tijdens de zwangerschap wordt er ook minder gemakkelijk bloed uit de kuiten omhoog gepompt. Daarnaast beknelt het gewicht van de baarmoeder of van de baby de bloedvaten rond het bekken. Hierdoor stroomt het bloed langzamer door je lichaam. Dit leidt er weer toe dat het vocht gemakkelijker het omliggende weefsel binnendringt.
Wat ook een rol speelt, zijn de veranderde concentraties bloedeiwitten en elektrolyten in je lichaam. Ook dit is van invloed op het complexe systeem van de vochtregulatie.
Deze veranderingen zijn gewoonlijk geen reden tot zorg, ook al ziet het er niet altijd even mooi uit en voelt het vaak niet goed aan. Je hoeft pas aan de bel te trekken als er vanuit het niets grote vochtophopingen ontstaan en je gewicht plotseling enorm toeneemt. Dit zou kunnen duiden op een aandoening, zoals een zwangerschapsvergiftiging. Vandaar dat je in dit geval er een arts naar moet laten kijken. Zwangerschapsvergiftiging is een zeer zeldzame complicatie tijdens de zwangerschap, maar het kan wel levensbedreigend zijn en moet daarom voor de zekerheid worden uitgesloten.
Wat helpt tegen vochtophopingen tijdens de zwangerschap?
- Beweging helpt, zitten is schadelijk. Je moet echter ook geen intensieve sporten gaan bedrijven. Wandelingen, zwangerschapsyoga en andere lichte gymnastiek zijn goede activiteiten, vooral als je dit regelmatig doet.
- Je benen omhoog leggen (als dat wil) en indien mogelijk ook slapen met je benen omhoog.
- Veel drinken
- Veel fruit, groenten en eiwitten Vroeger werd ook een zoutarme voeding aangeraden, maar dat is nu achterhaald. Zout is namelijk, net als andere elektrolyten, belangrijk voor het lichaam. Vooral als je tijdens de zwangerschap sneller begint te zweten, heeft je lichaam het verloren zout nodig om weer op energie te komen.
- Douchen met warm én koud water
- Hitte vermijden
Er is ook een andere vorm van vocht die nu mogelijk gaat toenemen. Je hormonen en de betere doorbloeding kunnen de productie van vaginaal vocht opdrijven. Ook een verhoogd libido behoort tot de neveneffecten van de hormoonhuishouding tijdens de tweeëntwintigste week van de zwangerschap.
Foto: Unsplash
